dinsdag 12 januari 2021
Aziatische Kunst Auteursinterview: 2020/3
Ter ere van de 50e jaargang van ons blad Aziatische Kunst sprak de KVVAK met Prof. Anne Gerritsen (University of Warwick en Universiteit Leiden) over haar recente publicatie “The City of Blue and White”. Dit interview verscheen eerder in de nieuwsbrief van november 2020 en is de eerste van een reeks interviews met auteurs van artikelen in Aziatische Kunst. Alle interviews zijn na te lezen via het bronnenoverzicht op de homepagina van onze website.
Aziatische Kunst 2020/3: Interview met Prof. Anne Gerritsen, auteur van “The City of Blue and White: Chinese Porcelain and the Early Modern World” (Cambridge University Press, 2020).
1. Prof. Gerritsen, uw onlangs gepubliceerde boek wordt in het aanstaande, speciale nummer van Aziatische Kunst gerecenseerd. Wij zijn benieuwd naar hoe het idee voor dit boek is ontstaan en naar hoe u kijkt naar het belangrijke en toch ook veelbesproken onderwerp van Chinees blauwwit porselein.
Mijn idee voor dit onderzoek ontstond tijdens mijn eerste reis naar Jingdezhen (ook wel de “porseleinhoofdstad van China”, beroemd om de productie van de hoogste kwaliteit Chinees porselein die tot meer dan 1000 jaar teruggaat—red.) in 2005. Ik bezocht daar, zoals de meeste mensen, musea, opgravingen en winkels vol porselein. Ik had toen het plan voor het onderzoek nog niet ontwikkeld, maar het viel me wel op dat hier nog steeds gebeurde wat er in het verleden gebeurde, namelijk dat mensen heel erg mooie dingen maken die bedoeld zijn voor mensen die ergens anders zijn. Er is een afstand, geografisch, maar ook cultureel, tussen de makers die het porselein willen maken en de consumenten die het graag willen bezitten. Ik kreeg interesse in de communicatie: hoe was het mogelijk iets te maken dat zo in de smaak viel bij bijvoorbeeld Nederlandse consumenten uit de 17e eeuw? Daarnaast vroeg ik mij af of het mogelijk was iets te zeggen over de ervaring van pottenbakkers uit die tijd: wat dachten zij over de wereld waarvoor zij hun producten maakten?
Nu bestaat er al sinds de 18e eeuw onderzoek naar Chinees porselein, alleen komen hierin de pottenbakkers niet aan bod. Er wordt veel over porselein gesproken, maar de plaats Jingdezhen en de cultuur van de stad, wordt minder besproken. Ik wilde graag, met gebruik van Chinese bronnen, de plaats verbinden met de wereldwijde handel, en mensen die van porselein houden iets vertellen over de context waarin dat porselein gemaakt werd. Mijn onderzoek is daarom niet zozeer kunsthistorisch, maar sociaal-historisch en economisch.
Ook op basis van Chinese bronnen is het helaas moeilijk om iets te vertellen over ambachtsmannen. Toch heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij de pottenbakkers te komen. Een belangrijke bron is bijvoorbeeld een 16e-eeuws handboek voor de opzichter ter plekke. De opzichter geeft daarin aan waar de problemen liggen en vertelt dat de waardevolle stof kobalt, die uit Perzië, maar ook de provincies Yunnan en Jiangxi wordt gehaald, wordt meegenomen. Hij probeert dit te voorkomen door werknemers te vragen het kobalt alleen aan te raken van achter een hek en met hun handen in speciale mouwen. Er is een duidelijke scheiding tussen de keizerlijke ovens, die verspreid over een groot complex in Jingdezhen de hoogste kwaliteit porselein produceren voor het keizerlijk hof, en de ovens waar porselein voor privé-consumptie of voor de export wordt gemaakt. Dit soort berichten van opzichters geven echter aan dat die scheiding toch niet zo groot was: het kobalt werd gestolen en we kunnen aannemen dat het, in een verdunde vorm of mengsel, werd gebruikt in de privé-productie.
2. Is er een bepaald object in uw onderzoek dat u graag extra belicht?
Niet zozeer een object, maar een argument. In onderzoek naar blauwwit porselein worden de David Vases altijd naar voren gebracht als het eerste bekende moment voor het maken van blauwwit porselein. Deze twee wereldberoemde vazen met een lange inscriptie uit 1351 bevinden zich in de collectie van het British Museum. De vazen bewijzen dat de productie van blauwwit porselein in de 14e eeuw al ver ontwikkeld was in Jingdezhen, maar hoe deze ontwikkeling tot stand is gekomen wordt niet uitgelegd. In mijn boek beargumenteer ik dat de David Vases ook het resultaat zijn van ontwikkelingen op andere plekken: de techniek van het gebruik van penseel op ondergrond is ook te vinden in de keramiekproductie in de regio Jizhou, net als Jingdezhen in de provincie Jiangxi, en Cizhou, een regio in de noordelijke provincie Hebei. Daarnaast zijn bepaalde soorten versieringen uit Cizhou waarschijnlijk verbonden met Jingdezhen via Jizhou.
3. In maart schreef u het voorwoord voor het eerste nummer van de 50e jaargang van Aziatische Kunst. Vlak daarna werd het effect van de pandemie over de hele wereld voelbaar. Kunt u iets zeggen over de gevolgen voor uw eigen vakgebied?
De pandemie heeft geleid tot een vertraging wat betreft wetenschappelijke plannen, ideeën en samenwerkingen—deze komen nu langzaam weer op gang. Ook heeft het coronavirus veel ongelijkheid blootgelegd, zowel wat betreft hoe mensen het virus beleven, als op het gebied van hoe ermee wordt omgegaan. Wanneer we bijvoorbeeld Europa en Azië vergelijken, zien we een groot verschil in zowel officieel beleid als saamhorigheid onder de bevolking. In de pers wordt vaak verwezen naar onze buurlanden, maar er zou veel meer gekeken kunnen worden naar het voorbeeld van Aziatische landen.
Tegelijkertijd is men door het coronavirus gaan zoeken naar creatieve oplossingen. De technologie van het online bijeenkomen en vergaderen is enorm ontwikkeld en hopelijk kunnen we daar als de pandemie voorbij is gebruik van blijven maken.
Wij danken Prof. Gerritsen voor haar bereidheid om mee te werken aan dit interview.